Door Pim van Campen
Het is stil deze vroege morgen. Heel stil... Ik hoor mijn eigen voetstappen door dit lokaal. Ik maak nog een foto door het raam van het andere gebouw. Ik bekijk de keuken vanuit hier. Een vogel begint te fluiten.
Ik denk terug aan de afgelopen drie maanden. Eerst was er niets en nu staat er een school. Boven mij staan de spanten met het dak. Dat was een heel karwei, zowel om ze te maken als om ze te plaatsen. Nu staan ze op zijn plek met het dak erop en is het gedaan!
Ik ga naar het volgende lokaal. Het voelt ook als afscheid nemen. Nog even bekijk ik deze kant. Ik herinner me de oplossingen voor de wanden. In duizenden flitsen trekt de bouw aan me voorbij. Alle jongens die hebben geholpen, al het keukenpersoneel en de mensen met wie ik zaken heb gedaan de afgelopen maanden. Ik trek de deur van gebouw twee achter me dicht. De deur valt in het slot...Klinkt goed.
Ik dwaal over het terrein langs de trap, die we afgelopen nacht nog hebben gemonteerd. Met bijna alle jongens hebben we tot diep in de nacht zwaar werk verricht. En dan te bedenken dat de meesten die ochtend ook om zeven uur waren begonnen...bijna 24 uur...
Ik draai een kraan open. Er komt prachtig schoon drinkwater uit en ik glimlach. Ik zie het toiletgebouw en het staat er goed bij. Nog één keer loop ik door de keuken en mijn handen gaan over het werkblad, langs de snijplanken en ik ben trots.
Ik maak de laatste foto's van ons gebouw. En soms welt er een traan naar boven. Ik slik hem weg...Niet hier...
Ik draai een kraan open. Er komt prachtig schoon drinkwater uit en ik glimlach. Ik zie het toiletgebouw en het staat er goed bij. Nog één keer loop ik door de keuken en mijn handen gaan over het werkblad, langs de snijplanken en ik ben trots.
Ik maak de laatste foto's van ons gebouw. En soms welt er een traan naar boven. Ik slik hem weg...Niet hier...
In stilte overhandig ik de sleutel aan Luis. Mijn broer, de afgelopen maanden. We kijken elkaar aan en het is goed zo. Ik wandel met opgeheven hoofd het terrein af en kijk nog één keer om.

"Bienvenido a bordo de La Costeña. We vliegen in één uur en twintig minuten naar Managua." We maken vaart en het kleine vliegtuigje komt los. Langzaam schommelt het naar boven en ik kijk naar beneden. De plaats waar ik heb gewoond en gewerkt de afgelopen vier maanden. Ik kijk en zoek, nee, meer naar boven, o daar is het standbeeld, stukje verder, Nee!! Nu niet naar links vliegen, want daar moet het ergens zijn...
...en dan zie ik eindelijk ons gebouw vanuit de lucht!!! Het staat er groots bij zo tussen al die kleine houten huisjes. Het blauwe dak is goed zichtbaar. Whooo wat tof! Als een ere-ronde vlieg ik er langs. Rolstoel opgang. Module één. Keuken. Module twee en het toiletgebouw...Het lijkt naar mij te kijken en met zijn mooie hoedje op het dak lijkt hij naar mij te zwaaien: 'Muchas gracias hermanos Holandeses!'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten