Aangekomen op de bouwplaats werden wij verwelkomd door trotse ouders en hun kinderen in mooie school uniformen.De Nederlandse vlag en de Nicaraguaanse werden voor deze gelegenheid uit de nok gehaald. Nora de directeur van de school sprak een openingswoordje. En wederom werd er gebeden voor de goede afloop.
Ik moet zeggen ik was onder de indruk en kon het gevoel niet echt onderdrukken: Ja daar doen wij het voor.
Ik ben de stoeltjes gevolgd en kwam terecht onder 3 huizen op houten palen. Zo hebben zij het merendeel van de tijd les gehad. En van een schoolbord is hier geen sprake. Dan realiseer ik me al de luxe weer, die wij hebben in Nederland. Dezelfde ervaring heb ik als ik meewerk in de “open” keuken. Wij hebben voor alles wel een stuk gereedschap, hier hebben ze een bot mes. Maar toch doen zij er van alles mee. Ik sta soms versteld van hun handigheid.
Afgelopen dagen heb ik met Lisa, een meisje van 17, een bouwbord gemaakt. Het grootste compliment kreeg ik van haar; ze was trots op zichzelf. En ze heeft zeker talent. Ook na dit project, waar zij overigens steeds bij gestoord werd door jongens die het beter wisten, is zij begonnen met het maken van kleine schoolbankjes voor de kleinste scholieren. Hoopvol is dit!Ik kan aan veel dingen wennen hier: de troep op straat, de kale honden, het spugen op de grond, het wijzen met mond (dit is iets wat de lokale bevolking hier doet als ze willen wijzen naar iets) en zelfs aan het eten van schildpadden. Maar aan de armoede kan ik niet wennen. Het is niet even een schooltje bouwen. Je wordt geconfronteerd met een andere cultuur en de armoede. En dat raakt je en het verbaast je ook, elke dag. Wat opvalt is dat ook al hebben ze niets, ze delen alles met je. Eigenlijk zou je je eigen denkbeelden los moeten laten en deze nieuwe een kans geven. Dit is voor mij in ieder geval wel iets wat ik mee terug neem naar Nederland.
Christel van Hoeckel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten