
“Mucho trabajo”, zoals onze español Daniel en kaaskop Marius vorige week al schreven, maar we werken stug door! Met tien chéles (blanken) en steeds meer Miskitos. Onder leiding van Pim weet iedereen zijn sterke kanten te vinden. Sterke mannen ja, maar wij als vrouwen trekken in El Naranjal ook de mama’s uit de keuken om de driemaaldaagse gallopintu (rijst&bonen) in te ruilen voor een hamer en de stoute bouwhandschoenen aan te trekken. Ze brengen veel vrolijkheid met inheemse humor en terwijl wij onze zwaai met de hamer moeten vinden slaan zij spijkers met koppen. En hard, met elk half uurtje weer een ‘gerechtvaardigde’ pauze, waarin ze ongegeneerd en midden op de werkvloer aan hun ouderlijke taken voldoen. Tijdens het timmeren komt er een dametje van twee het bouwraam ingelopen om iets tegen haar stoere moeder te zeggen. Die kijkt mij vervolgens verontschuldigend aan, mompelt iets als ‘’bibi’’ (baby), knijpt in haar borst en loopt weg. Zo simpel en gemakkelijk kan de communicatie verlopen, naast de vele interessante gesprekken die worden gevoerd.

Over El Naranjal, wiens recente geschiedenis ons leert dat ze slechts enkele jaren terug zijn op het stuk land waar wij nu vertoeven. In de strijd tussen de Contra’s en de Sandinisten zijn zij verjaagd uit hun huizen waarna al het weinige wat ze bezaten is vernietigd. Na tien jaar zijn de glooiende oevers en wilde bossen weer in hun handen maar moet alles opgebouwd worden. Van yuka (cassave) in de grond, tot bananen in de bomen en huizen op palen. Alle inwoners dragen hieraan bij. Uit nader onderzoek naar de stamboom blijken alle inwoners één grote familie te zijn. En kennelijk zou Anniek ook perfect in deze grote familie passen want naast het tillen van vele emmers zand, is zij ook goed in het dragen van Miskito baby’s die haar tegen een vriendenprijsje worden aangeboden, goeie deal. Met de nieuwe school hopen wij ook een beetje bij te dragen aan de wederopbouw. Net als de niño’s die trots een voorbeeld nemen aan hun ouders en met emmers zand op hun kleine hoofden heen en weer hobbelen. Het lijkt wel een spelletje maar ondertussen vordert de bouw ‘rrrapido’. De fundering staat vast dus is het tijd voor de houten constructie. Het opzwepende ritme van de motorzagen klinkt al drie weken veelbelovend van diep uit de bossen. Met een machette banen wij ons een avontuurlijke tocht door het oerwoud, op zoek naar die ene omgehakte joekel van een boom.
De uitdaging voor komende week is het verplaatsen van dat hout naar de bouwplaats. Waar vijf gezonde Hollandse heren bezwijken onder het gewicht van deze hoogstaande gammaplanken, hebben zij aan slechts twee Nica’s genoeg. Begrijp het niet verkeerd, onze kerels zijn bikkels en maken iedereen tot rasechte constructeurs. “Hard voor weinig, nooit chagrijnig” aldus Tom. De bouwvakkersleuzen zijn welbekend en blijken elke dag weer toepasselijk. Dag in dag uit leven wij volgens het vaste ritme; half zeven ontbijt, zeven uur aan de slag.

De sfeer blijft goed met Imke die de ochtenden vrolijk weet in te weiden wanneer ze haar tent openzwaait en ons mededeelt wat we eigenlijk al weten: “Rice, bins and shine, it’s buttwhipping-time!”. Om vier uur is de bouwdag klaar en vertellen onze kleren en geuren dat het tijd is voor een bad. Zwemmen in de rio Waspuk of water halen voor een ‘douche’. De meeste prefereren dat eerste. Het steile modderpaadje wat leidt naar de rivier is elke keer weer een uitdaging met een volle emmer op je hoofd. De inhabitanten zien er de humor wel van in wanneer wij zwoegend de heuvel opkomen, drijfnat van al het water wat over de kanten klotst. Sommige onder ons nemen het water halen zeer letterlijk, zoals Alethya al meerdere malen met emmer en al de rivier in is gegleden. Na deze was rituelen wordt het al gauw donker en rest ons niet meer dan wederom een bord rijst, rum en sterke verhalen, waarna we als een blok in slaap vallen.
De weekenden in Waspam brengen even verandering in de regelmaat, waar de kleine en grote inkopen gedaan moeten worden, van motorzaag tot twintig kolen. Even genieten van een echt bed en de verkleinde kans om daar vogelspinnen in te vinden. Want wat moet je dan zonder Len, die volgens ons het gevaar van sommige dieren nog niet heeft laten doordringen maar daarom wel de verantwoordelijke taak van vrijwilligerscoördinator heel serieus neemt.

In Waspam hebben wij Kristel op het vliegtuigje naar huis gezet en moeten we het nu redden zonder ‘de baas’. Dat gaat wel lukken, met Marloes die elke ochtend gestructureerd rondhuppelt om iedereen van zijn lunchbonnetje te voorzien. Ook Simon is afgelopen weekend aangekomen om onze bouwbrigade te versterken, de kracht van de zon nog iets onderschattend dus met een toepasselijke indianenkleur stapte hij aan wal. We proberen te integreren, passen ons aan en praten al mondjesmaat Miskito. Toch worden de Nederlandse normen hooggehouden en roept de ‘padre’ van het dorp overtuigend “scheetje beef” als de plank niet waterpas ligt. De Nederlandse precisie wordt in stand gehouden en overgedragen, nu de school nog!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten