Puerto Cabezas, un tarde regular Op het balkon proberen de ingenieurs onder ons op ingenieuze wijze de hangmatten een nieuwe bestemming te geven. Normaal rond dit tijdstip, half 6 ‘s avonds, zijn deze ‘hamakas’ bezet door uitgeputte werklieden, nog eens overpeinzende antropologen en al dan niet voldane fysio’s. Vandaag worden de hangmatten ingezet als plaatsvervangende dakgoot voor ons waterreservoir. Op het dak klettert de eerste stortbui sinds ik hier ben, die langer aanhoud dan de normale korte maar krachtige vijf minuten.
Toen ik aankwam, twee weken geleden, liep ik verbaasd langs de acht toiletten en douches die ons huis rijk is, stromend water, wat een luxe. Vaste aansluiting op water en het riool heeft echter minder voordelen als de tank op is. Zoals Maria al zei ligt onze hoop diep op de bodem van de put hier naast ons huis, waar met moeite elke dag nog wat emmers uit naar boven gehesen worden. Gelukkig toch dat beetje primitiviteit, wat je eraan herinnert dat we heel ver van onze eigen ontwikkelde wereld zijn.
“¡Eijtèèèn!” galmt er door het grote klooster, het avondmaal is klaar en Brigi kent ondertussen haar belangrijke woordjes Nederlands. De lange tafel vult zich met mensen, porties rijst en fresco. Als de borden niet lang daarna leeg zijn houden we de dagelijkse ‘round’, waarin iedereen zo bondig mogelijk kan vertellen wat hij die dag heeft gedaan en ervaren. Het zijn interessante verhalen en leuke feitjes om te horen, want lang niet iedereen is overdag bij elkaar. “I went into the wilderness and finally found a child with espina bifidus”, afgewisseld met “Today, I did the blocks of construction two..”.
Tot nu toe zijn dat nog niet zoveel kinderen met een handicap. Ik vraag me af of het waar is dat die een beetje ‘achter gehouden worden’, maar het is in elk geval zeker dat er een hoop in de onbegaanbare buitenwijken wonen. Niets is echter onbegaanbaar genoeg voor onze therapeuten die elke dag weer een reeks huisbezoeken afleggen. Afgelopen week mocht ik een ochtend mee, omdat ik graag wil zien voor wie we nou eigenlijk aan het werk zijn.
Het was leuk om in een ander deel van Puerto te komen, en nog veel fijner om te zien dat er echt kinderen zijn die onze hulp heel goed kunnen gebruiken. Op een kleine veranda vlak bij zee zitten vader en moeder, een gezellig gezette oma, drie broertjes, twee nichtjes en een puppy. Op de trap en rond het huis dartelen de rest van de buurtkinderen. Nieuwsgierig kijken ze naar de blanke vrouwen met blauwe hemdjes waar ‘terapista’ op staat. Zij proberen zich tussen het gezelschap te installeren om het betreffende kind te onderzoeken. Samen met de ouders kijken ze wat er aan de hand is en wat er beter zou kunnen.
Midden in een zin wordt Anneheleen onderbroken door vader, “Mag ik even wat zeggen…” “Si?” “Het is voor ons zo belangrijk dat jullie hier zijn. Jullie zijn een geschenk uit de hemel. Engelen”. Nederlands als we zijn giechelen we een beetje om het compliment en wimpelen het blozend af. Ondertussen besef ik me wel al te goed dat dit is waarvoor we hier zijn. We kunnen helpen als zij dat willen. Vader heb ik achteraf uitgenodigd om eens mee te komen helpen om de bouwplaats, waar zijn dochtertje naar school zou kunnen. Enthousiast nam hij die uitnodiging aan, want als er ook maar iets was wat hij voor zijn dochtertje kon doen, stond hij vooraan.
“Hallo daar” klinkt het plotseling. Gefrustreerd kijk ik om en daar staat hij, nonchalant tegen de tafel leunend. Vader van het dochtertje van anderhalf, die halfzijdig verlamt is maar vol levensenergie zit. Hij komt werken voor haar, tekent het contract en Jeremy neemt de essentiële polaroid. Blij kijk ik hoe ze samen hard in de weer gaan bij de watertoren. Muziek klinkt over de bouwplaats, ik pak mijn decoupeerzaag op, er is weer stroom. Hay luz todavia.
Anniek
Anniek
Geen opmerkingen:
Een reactie posten