donderdag 10 februari 2011

Rijst en Bonen!

Door Len Groot Zwaaftink

Kleuren. Ik ben omringd door kleuren. Huizen, hekken, auto’s, muren, alles is in kleur. Rood, geel, blauw, groen, allen zijn in volle glorie aanwezig. Mensen groeten me, kinderen lachen naar me, de zon schijnt en overal, maar dan ook echt overal, lopen dieren.
We zijn nu al enkele dagen in Nicaragua. Maandagochtend vertrokken we met z’n achten vanuit Amsterdam. Volgeladen en tot op de tanden bepakt. Een kleine twintig uur later zette we voet in hotel ‘Don Pantalion’ te Managua. Een prima hotel waar we ons, na een lange reis, het eerste koude Nicaraguaanse biertje heerlijk lieten smaken.
De volgende ochtend vlogen we vanuit Managua verder naar Waspam. Dit in een vliegtuigje waar plaats was voor welgeteld twaalf mensen. Twee piloten incluis. Een heel nieuwe ervaring voor velen onder ons.

Eenmaal aangekomen in Waspam, waar een lange grindbaan tussen de bomen doorgaat voor vliegveld, stonden Pim en Imke ons al op te wachten. Zodra het vliegtuig weer is vertrokken is de baan tevens open voor spelende kinderen en motorvoertuigen.
Hier in Waspam verbleven we pakweg vijf dagen op het terrein van de plaatselijke pastorie. Om even te acclimatiseren, de laatste vergeten dingen in te kopen, de buurt een beetje te verkennen, en om uiteraard van de mogelijkheid gebruik te maken een koud Nicaraguaans biertje te drinken. Afgelopen zaterdag stond ons een negen uur durende boottocht te wachten naar El Naranjal, onze eindbestemming en thuisbasis voor de komende drie maanden!
Ondertussen hebben we bouwdag drie er bijna op zitten en ik blijf mij verbazen over de lokale bewoners hier, want wat kunnen die hard werken! Mannen, vrouwen en kinderen. Niemand is te beroerd te sjouwen met emmers zand, gaten te graven, planken te tillen etc. En in het begin voel je je nog wat knullig wanneer je, met een emmer zand op je schouder, loopt te hijgen als een iemand die net een marathon heeft gelopen, om ondertussen ingehaald te worden door ofwel een kind van een jaar of dertien ofwel een vent van een jaar of zestig. Met zo’n zelfde bak zand!
Maar daar wen je aan!

Laatste anekdote. Afgelopen zondag was er in het dorp, zoals elke zondag, een mis in de kerk. Hiervoor waren wij uitgenodigd. De mis bestond voornamelijk uit het zingen van lokale, niet verstaanbare liederen, en aan ons vooraf de vraag of wij ook iets wilden zingen.
Na een kort beraad kozen we unaniem voor ‘Het is een Nacht’ van Guus Meeuwis.
Ze moesten eens weten waar het lied over ging.
“In een tent, op een plek, waar niemand ons hoort, waar niemand ons kent en niemand ons stoort…”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten